Acties

De afgelopen jaren hebben de leden van VLAM het voortouw genomen of een doorslaggevende stem gehad bij tal van onderwerpen die in de universiteitsraad in het gesprek met het college van bestuur en de beleidsambtenaren ter sprake kwamen.

Een grote rol speelden daarin onze persoonlijke ervaringen als medewerker, onze goede contacten met de medewerkers van de beleidsafdelingen, en de kennis die binnen de fractie in vele jaren medezeggenschap is opgebouwd.

Werkdruk

VLAM heeft jaar na jaar kritisch commentaar gehad op het feit dat de universitaire financiële reserves opliepen. Die grote reserves waren pijnlijk voor de vele medewerkers die dagelijks met een onhoudbare werkdruk te maken hadden.

Berekeningen van VLAM-raadslid Gert Folkers maakten duidelijk dat met de bestaande verdeling van financiële middelen het onderwijs onherroepelijk alleen met heel veel onbetaalde overuren op het gewenste niveau gegeven kon worden (zie ook dit en dit artikel in de DUB van VLAM-leden Joop Schippers en Annemieke Hoogenboom).

Impulsgelden

Het initiatief van het college van bestuur in december 2021 om 50 miljoen uit de centrale reserves in te zetten als impuls voor de vermindering van de werkdruk (de ‘impulsgelden’), kwam tegemoet aan die kritische inzichten.

Maar dan is het uiteraard zaak dat dat geld daadwerkelijk besteed gaat worden op de plaatsen waar het het hardste nodig is. Met een indringend betoog vanuit eigen ervaring maakte VLAM-raadslid Dian Enting in de raadsvergadering van oktober 2022 het bestuur duidelijk hoezeer nog steeds de tijdelijke docenten structureel werk doen.

Starters- en stimuleringsbeurzen

Dat ook het bestuur begint in te zien dat er voor goed werkgeverschap serieuze stappen gezet moeten worden bleek later die maand toen het college een verdeling voorstelde van het geld dat vanuit Den Haag beschikbaar gesteld is voor starters- en stimuleringsbeurzen. In de notitie met die verdeling noemde het bestuur als uitgangspunten al die punten waar wij de laatste jaren systematisch op gehamerd hebben:

  • “dat structureel werk in principe wordt gedaan door mensen in vaste dienst,”
  • “dat voorkomen moet worden dat oplossingen leiden tot een toename van het aantal tijdelijke docenten,”
  • en dat “bij de invulling van structurele dienstverbanden wordt zoveel mogelijk naar de eigen tijdelijke populatie gekeken.”

Kerncurriculum

Dat medezeggenschap vaak een kwestie is van lange adem bleek bij het kerncurriculum. Dat was een idee van de rector, Henk Kummeling. Hij had graag gezien dat alle bachelorstudenten een vast pakket aan vakken zouden gaan volgen over wetenschapsfilosofie, interdisciplinariteit en de maatschappelijke aspecten van de universiteit. Dat zijn natuurlijke prachtige onderwerpen, maar wij vinden dat de opleidingen daar zelf verantwoordelijkheid voor hebben.

Telkens weer dook het kerncurriculum op in conceptnota’s, en even vaak brachten wij onze bezwaren in stelling, tot het onderwerp tenslotte het ‘k-woord’ ging heten. Inmiddels is het idee van een centraal kerncurriculum van tafel, maar we blijven alert waar het gaat om de inhoudelijke autonomie van de disciplines.

Arbo-zaken

Sommige bestuurlijke dossiers zijn op het eerste gezicht niet bepaald spannende kost. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Arbo-zaken, die sterk bepaald worden door externe wet- en regelgeving. Maar wij als VLAM voelen het als onze verantwoordelijkheid om steeds aan te wijzen welke gevolgen die regels hebben voor bijvoorbeeld een labmedewerker.

Door effectieve gesprekken tussen de universiteitsraad en de betrokken beleidsmedewerkers zijn het Arbo-jaarplan en het Arbo-jaarverslag inmiddels niet langer plichtmatige stukken, maar gaan het meer beleidsrijke notities worden. Er komt meer aandacht voor de speelruimte die de universiteit binnen die regelgeving heeft, en dus voor dat wat op de werkvloer als prioriteiten wordt ervaren.

Medewerkers en een (arbeids)beperking of (psychische) kwetsbaarheid

Medezeggenschap is niet alleen het uitoefenen van formele rechten zoals instemming- of adviesrecht. Vaak sturen we het beleid in een vroeg stadium bij, zoals bij het kerncurriculum. En daarnaast zijn we ook vanuit onze verantwoordelijkheid actief in projecten die niet direct op de vergadertafel van het college van bestuur liggen.

Een goed voorbeeld daarvan is de aandacht voor medewerkers met een (arbeids)beperking of (psychische) kwetsbaarheid. Voor een inclusieve omgang met dat soort persoonlijkheidsaspecten bij studenten zijn al voorzieningen. Dat daar nu ook voor medewerkers een begin mee wordt gemaakt, in de vorm van het Netwerk USP Inlusief is mede de verdienste van Liesbeth Potters van VLAM.